Sealen
Het woordje ‘sealen’ is afgeleid van het Engelse werkwoord ‘to seal’. Dat betekent afdichten of verzegelen. Sealen bij de tandarts betekent dan ook het afdichten of verzegelen van groefjes en putjes in tanden en kiezen. De tandarts of mondhygiënist brengt een laagje kunststoflak of kunstharscement aan. Deze kan transparant of geelwit zijn.
Sealen. Waarom?
Wie zijn tanden zorgvuldig poetst, heeft weinig kans op het krijgen van gaatjes. Beginnende gaatjes kun je stoppen als je goed je tanden poetst. Sealen helpt de kiezen te beschermen tegen gaatjes als die groter worden. Het beschermt ze op die plaatsen waar ze het meest gevoelig zijn voor gaatjes, namelijk in de groefjes en putjes. Deze zijn kwetsbaar, vooral als ze diep en smal zijn. De haren van de tandenborstel kunnen de groefjes moeilijk schoonpoetsen. Sealen gebeurt meestal kort nadat de blijvende kies helemaal is doorgebroken. Dan is de kans op gaatjes het grootst.
Wat is het voordeel van sealen?
In de gesealde vlakken van de kiezen is er minder kans op gaatjes.

Ongesealde kies. Tandenborstel komt niet in de groef.

Gesealde kies. Tandenborstel komt wel bij het gesealde oppervlak.
Hoe verloopt de behandeling van het sealen?
Reinigen
Allereerst maakt de tandarts of mondhygiënist de kies goed schoon met een roterend borsteltje of een instrument.
Droog houden
Speeksel verhindert dat het laagje aan de kies hecht. Daarom houdt de tandarts of mondhygiënist de kies met wattenrolletjes en een speekselzuiger droog. Dan kan er geen speeksel bij de kies komen. Soms spant de tandarts of mondhygiënist een heel dun rubber lapje om de hele kies of om meerdere kiezen. Dit wordt ook wel rubberdam genoemd. Een klemmetje houdt het lapje op zijn plaats. Het klemmetje drukt soms iets op het tandvlees, maar dat went meestal snel. Daarna spuit hij de kies met een luchtspuit droog.
Etsen
Om het laagje goed te laten hechten, ruwt de tandarts of mondhygiënist de groefjes en putjes in het glazuur op met een zure vloeistof of gel. Dat heet etsen.
Spoelen
Na een korte inwerktijd spoelt de tandarts of mondhygiënist de zure vloeistof of gel weg met water. Dat gebeurt met een lucht-/waterspuit. Het water wordt opgezogen met een speekselzuiger.
Sealen
Nu kan de tandarts of mondhygiënist het laagje op de kies aanbrengen. Het aangebrachte materiaal komt tot diep in de bodem van de groefjes en putjes.
Uitharden
Dan moet het materiaal uitharden. Dat kan vanzelf gaan of met een lamp die blauw licht geeft. Als de tandarts of mondhygiënist een lamp gebruikt, beschermt hij soms de ogen met een oranje schermpje. Ten slotte controleert de tandarts of mondhygiënist of het laagje goed vast zit.